[Dirk Coster]
Coster, Dirk -, geb. 1887 te Delft, letterkundige en criticus, die de kunst en de ethica als een geheel beschouwt. Zo kwam hij in 1912 in felle polemiek met Kloos. In 1919 verschenen zijn Marginalia (kanttekeningen), die getuigen van zijn levensopvatting, 2e deel 1939. Zijn studie over Dostojewski volgde in 1920; in het zelfde jaar nog De nieuwe Europeesche geest in kunst en letteren en met Just Havelaar de oprichting van het ts. De Stem, het orgaan der humanistische en vrij-religieuze jongeren.
Zijn Verzameld proza, 1925-'27, is een tegenhanger van de Literatuurgeschiedenis van Kloos. In 1925 kwamen ook de Nieuwe Geluiden, een bloemlezing uit de jongere dichters met een belangrijke Inleiding; 5e uitgebreide druk 1941. Gevolgd door De Ned. Poëzie in 100 verzen, 1927, over de oudere dichters. In 1926 had hij de Van der Hoogtprijs verworven. Van 1935 is Het Kind in de Poëzie, van 1939 zijn drama over Prins Willem; in 1942 verscheen de bundel Menschen, Tijden en Boeken.
Aangevallen door Du Perron in diens Uren met Dirk Coster.