[Jacob Jansz. Colevelt]
Colevelt, Jacob Jansz. -, heelmeester en toneeldichter te Amsterdam; Graaf Floris en Gerrit van Velzen, 1628; navolging van Hooft; gespeeld op de Brabantse Kamer. Niet in bedrijven verdeeld; veel beweging op het toneel, met komische elementen; tragicomedie. Zijn Hartoginne van Savoyen, blij-eindend spel, 1634, is ontleend aan de Tragedische Historiën, een novellenbundel, waarvan in 1649 en '50 negen deeltjes verschenen, door het F. ontleend aan Bandello, volgeling van Boccaccio. Hij schreef een Ode of Gesangh bij de uitgave van Bredero's gezamenlijke werken in 1644:
Hoe Bredero leeft in minnery,
Hoe Bredero sweeft in vryery,
In 't end als in 't beginnen.