[Braga]
Braga, ‘dichterlijke mengelingen, uitgegeven door een Dichtlievend Gezelschap onder de nooit gebruikte zinspreuk: ‘Utile Dulci’. Tijdschrift heel in rijm, verschenen in 't eind van 1842; beleefde 2 jaargangen. De onbekende redactie kwam op tegen De Gids en wenste felle kritiek te oefenen op de almanakkenrijmelaars en de romantische akeligheden van Beets en Hasebroek. De redactie bestond eerst uit Ten Kate en Winkler Prins, met medewerking van Dronrijp Uges, Van der Vliet, Leendertz en Kretzer, die het grootste aandeel leverde aan de tweede jaargang; De Hoop Scheffer was daar de redacteur van.
In 1854 verscheen een bloemlezing uit beide jaargangen, Bragiana; bezorgd door Ds. G.T. Kits van Heyningen. In 1875 gaf Servaas van Rooijen, archivaris van 's-Gravenhage, zijn Bragastudiën uit. Bovendien werd in 1863 de gehele Braga herdrukt onder leiding van Ten Kate en nogmaals in 1883 door Winkler Prins. En dan is er nog een dichtbundel Bragiaantjes, ‘aan de schim van Braga gewijd’ door ‘een beunhaas in bijschriften’, d.i. Ten Kate, 1859. In 1890 verscheen Braga redivivus, nieuwe mengelingen door ongenoemden, tijdschrift tegen de Nw. Gids, waarvan slechts 2 afleveringen verschenen; in boekvorm uitgegeven. De voornaamste schrijvers waren Winkler Prins, Coster en H.C. Muller.
Braga of Bragi, de Germaanse god v.d. dichtkunst, zoon van Odin en Freya; het was een teken des tijds, dat geen naam gekozen werd uit de klassieke godenleer.