[Casper van Baerle]
Baerle, Casper van -, Barlaeus, 1584-1648, uit Antwerpen met zijn ouders naar Leiden gekomen, opgeleid aan het Staten-College; trouwde 1609 met Barbara Sayon uit Brugge, werd 1608 predikant van Oude Tonge, 1612 mede-regent van het Staten-College, 1619 afgezet als Remonstrant, 1631 hoogleraar aan het Athenaeum te Amsterdam; redenaar in het L., dichter in het L. van stukken voor de S.G. of voor de Stadhouder, die veel geld inbrachten in het grote gezin. Gezwollen van stijl.
Zijn Ned. Poezy, uitgegeven door Mr. P.S. Schull, 1835, bevat slechts een 20-tal stukken. Van Baerle is vooral een belangrijke figuur door zijn omgang met vele grote tijdgenoten, de Muiderkring en Hooft vooral. Vondel schreef op zijn graf, aan het slot van zijn Lyckzang:
Hier sluimert Baerle nevens Hooft,
Geen zark hun glans noch vriendschap dooft.