Mr. W. den Elger, Rotterdamsche Arcadia, 1726; uitgegeven na zijn dood;
K. Elzevier, Arkadia of vermakelijke uitspanningen, Rotterdam, 1739, in dicht en ondicht. Jac. van der Valck, Noordwyckse Arcadia, in dichtmaat, 1748.
Betje Wolff, Walcheren, 1769.
T.D. Moor, Schoonhovensche Arcadia, ene dichtmatige beschrijving, 1783.
A. Loosjes, Hollandsche Arcadia, wandeling in de omstreken van Haarlem, 1804; Katwijks Zomertogtje, 1805.
Geldersche Arcadia of wandeling over Bilioen en Beekhuizen, 1820, door J.A. Nijhoff. Van ander karakter is de Hollandsche Arkadia van A. Rademaker, C. Pronk, D. Stoopendaal; beschreven door Gysbert Tysens; 1730-'72. Dit zijn ‘afbeeldingen van 576 gezichten’ op Amsterdam, Rijnland, Alkmaar, ‘de Zeegepraalende Vecht’ enz.
Fraai uitgevoerd was ook Eemlands Tempe of Clio op Puntenburgh, 1803, van Pieter Pijpers, die zwaarmoedig werd tengevolge van de kritiek en in 1805 op zijn buiten bij Amersfoort overleed.
Tot de Arcadia's behoren verder:
Roosendaalsche Vermaaklykheden van Joh. d'Outrein, 1700, toen predikant te Arnhem; 't Bataafsche Athene, in drie herderskouten van Le Francq van Berkhey te Leiden 1760.
De eerste Arcadia was van Boccaccio: Ninfale d'Ameto. Zeven nimfen schilderen voor de jager Ameto de lotgevallen van haar liefde en elk zingt een ecloge. De tweede en voornaamste was Sannazaro's Arcadia van 1502; in een eeuw 60 drukken. Daarop volgde o.a. de Diana van Montemayor.
De Arcadia van Sydney was het voorbeeld in Engeland, 1590. In 1610 volgde Astrée van d'Urfé in Frankrijk in 5 dikke delen; herdersroman. De Arcadia van Sannazaro verscheen in 1730 in vertaling van P. Vlaming. Sydney's werk vertaald door J. de Haas, 1742.
De Batavische Arcadia opnieuw uitgegeven door W.P. Wolters en H.C. Rogge, met inleiding.
Beoordeling der Arcadia's met Vervolg, 1832, door G.D.J. Schotel.