[allegorische personen]
allegorische personen, traden op in de drama's sedert de 14e eeuw; (allegorie = zinnebeeld). Zo Nijt, Ontfermicheit, Gerechticheit. In de Eerste Bliscap ook Bitter Elende en Innich Gebet. Ook de Vroede en Dwaze Maagden zijn allegorieën; zo de beide duivels in het Spel van den Sacramente. In de moraliteiten zijn vaak alle personen allegorieën. 't Bekendste voorbeeld van een allegorisch spel is Den Spyeghel der Salicheyt van Elckerlyc. De Renaissance bracht de mensen zelf op het toneel in plaats van de allegorische personen.