[alexandrijn]
alexandrijn = zesvoetige jambische versregel, veelvuldig bijv. bij Cats, en in alle drama's van Vondel, behalve Jeptha. De dichtvorm bij uitstek van de F. Pléiade, met afwisseling van staand en slepend rijm; hoofdman Ronsard, hier het eerst nagevolgd door Van der Noot. Aldus genoemd, omdat hij bekend werd door een F. Middeleeuwse roman over Alexander. Behield de heerschappij tot de Romantiek, bij ons tot ±