Letterkundig woordenboek voor Noord en Zuid
(1952)–K. ter Laan– Auteursrecht onbekend
[pagina 9]
| |
Eugène Marais, met het gedicht Winternag, 1904. Eerste Driemanschap: Jan Celliers, Dr. J.D. du Toit (Totius) en Dr. C.L. Leipoldt. Tweede Driemanschap: C.J. Langenhoven, D.F. Malherbe en Dr. A.G. Visser. De grote overwinningen: toelating van het Afrikaans op de scholen, 1914; erkenning door de Kerk 1916-'19, door de Universiteit 1918, door de Staat 1918, volledig 1925. G.S. Nienaber gaf 1931 zijn studie uit over Die Afr. Beweging. Reeds in 1920 verscheen Taal en Poëzie van de Tweede Afr. Beweging van E.C. Pienaar. In 1927 kwam Die Prosa v.d. Tweede Afr. Beweging van P.C. Schoonees; in 1937 Die Hollandse Taalbeweging van A.J.D. de Villiers; van 1939 is De Nieuwere Afrikaanse Poëzie van W.E.G. Louw. Zie ook Bosman. Overzicht bij S.P.E. Boshoff, Volk en Taal van Suid-Afrika, 1921. In 1938 De Afrikaanse roman-tematologie van P.J. Nienaber; in 1940 Dr. F.E.J. Malherbe Aspecte van Afrikaanse literatuur. Van 1941 is Die Geskiedenis van die Afrikaanse Beweging door P.J. en G.S. Nienaber. In 1947 verscheen Ontwikkelingsgang der Z. Afrikaanse Letterkunde, met bloemlezing, door Dr. Rob Antonissen te Antwerpen; geprezen door Greshoff. Van 1946 Stiebeuel (Stijgbeugel), bloemlezing van D.J. Opperman en F.J. le Roux te Kaapstad. De 4e druk der Afrikaanse Literatuurgeskiedenis is van 1947, van Dr. G. Dekker. |
|