Multatuli Encyclopedie
(1995)–K. ter Laan– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 527]
| |
YY,Deze letter wordt door m. vanaf 1 november 1862 in privé-correspondentie gebruikt in plaats van de ij (vw xi, p. 64), en wordt in de volgende jaren ook in de gedrukte werken overgenomen. In zijn voorbericht bij de vijfde druk van de eerste bundel Ideeën (1872), schrijft m. dat hij in de spelling ‘nagenoeg de mode van den dag gevolgd’ heeft. In een voetnoot voegt hij hieraan toe: ‘Nagenoeg. Men ziet o.a. dat ik de lelyke ij heb afgeschaft. Het gekibbel over den oorsprong der y, doet niet terzake. Zéker is 't dat onze letters i en j tezamen geen y-klank voortbrengen, en dát is naar onze tegenwoordige uitspraak de eis. Wie yzer uitspreekt als izer, heeft volkomen recht dat woord te spellen met 'n i. Maar ik, die yzer zeg, schryf ook: yzer. Nogal eenvoudig, dunkt me.’ (vw ii, p. 665) In twee brieven aan C. Vosmaer voegt hij aan bovengenoemd argument toe dat de y typografisch beter staat, en: ‘de y is 'n protest tegen overbodige en daardoor schadelyke schoolmeestery die de taal smoort, vilt, doodt, en die zich in haar plaats zet!’ (28 november en 7 december 1874, vw xvii, resp. p. 144 en 189). In Idee 1064 (*spelling) neemt m. de brief van Hilarides op over gebruik van y, ij en ii (vw vi, p. 666-674); in Idee 1263 gaat hij daarop door (vw vii, p. 580). De eerste uitgaven waarin m. de y schrijft zijn de Bloemlezing (1865) en Minnebrieven (vierde oplage, 1865) *Brandt |
|