Toespraak tot de Hoofden van Lebak,
door Max Havelaar gehouden bij zijn intrede als assistent-resident van Lebak (Max Havelaar, vw i, p. 105-114). De toespraak werd in het Maleis gehouden (vw i, p. 104). Enkele passages hieruit luiden:
‘Ja, ik weet dat er veel goeds is in Banten-Kidoel! Maar niet hierom alleen was myn hart verheugd! Want ook in andere streken zou ik veel goeds gevonden hebben. Doch ik ontwaarde dat uw bevolking arm is, en daarover was ik blyde in het binnenste myner ziel. (...)