Tin Aijon,
rijke Chinees aan wie dd. in augustus 1843 te Natal vier- of vijfduizend gulden te leen vroeg om zijn kastekort aan te zuiveren. De man kreeg het geld niet bij elkaar, dd. zou hem daarop hebben bedreigd. Een paar weken later liet dd. hem twee dagen en een nacht in de gevangenis opsluiten. Op 3 september 1843 schrijft Tin Aijon een klachtbrief aan generaal *Middels, waarin hij schrijft door dd.