Multatuli Encyclopedie
(1995)–K. ter Laan– Auteursrechtelijk beschermdStoke, Melis-,naar alle waarschijnlijkheid de dichter van de Rijmkroniek van Holland (ca. 1300), waarin de geschiedenis van het Hollandse Gravenhuis tot 1305 beschreven wordt. In Idee 47 noemt m. hem n.a.v. het gebruik en de schrijfwijze van persoonlijke voornaamwoorden: ‘Melis Stoke en ik vinden “zegti” en “doeti” goed. Komaan, laat ons dat doen... we winnen daardoor kracht in hy (...)’ (vw ii, p. 319). In zijn behandeling van *Bilderdijks Floris v betoogt hij dat Floris naar ‘de opvatting van gewoon denkende mensen’ een ‘gemene kerel was’. Om dit te staven haalt hij enkele regels van Melis Stoke aan. Hij spreekt van ‘den vergoelykenden Melis’, omdat deze de daden van Floris nog mooier voorstelt dan ze zijn. Melis Stoke schrijft bijv. dat Floris met de inwoners van het door hem bezette Woerdense slot te Montfoort deed ‘aldat hi woude’: ‘Hy “deed er z'n wil mee”. En wat was die wil? De ogendienende kroniekschryver slaat het over. Maar ik niet. Onze deugdlievende Floris liet al de burchtzaten om hals brengen op twee na. Dit wordt ons meegedeeld door Beka die niet kroniekte onder den invloed van 'n eedlen Graaf.’ (Idee 1056, vw vi, p. 559) Na nog een voorbeeld hiervan te hebben gegegeven, concludeert hij: ‘Ziedaar wat men noemt: ménager la chèvre et le chou [Fr. de kool en de geit sparen]! Er blykt alzo dat reeds die rymende monnik dit kunstje verstond. Is 't niet treurig dat we uit zúlke bronnen onze Geschiedkunde moeten putten?’ (vw vi, p. 560) |
|