Sleeswijk,
werd in 1386 verenigd met Holstein. Beide hertogdommen kwamen in 1460 onder Deense heerschappij. Van 1848 tot 1850 woedde de Sleeswijker Opstand, ondersteund door Pruisen. In 1864 werd Sleeswijk-Holstein door de Pruisen op Denemarken veroverd, in 1866 werd het een nieuwe provincie van Pruisen (volgens de Vrede van Wenen van 30 oktober 1864). Bij de Vrede van Praag (23 en 30 augustus 1866) werd bepaald dat Noord-Sleeswijk weer aan Denemarken zou toekomen wanneer de meerderheid van de bevolking dit wenste.
Prinses Dagmar zal Sleeswijk niet terugvorderen voor Denemarken, schrijft m. in Pruisen en Nederland (vw iv, p. 17). Ook de genoemde volksstemming zal nooit plaatsvinden, voorspelt hij (Pruisen en Nederland, vw iv, p. 34-35). Inderdaad werd deze verplichting op 11 oktober 1877 opgeheven. In zijn ‘Van den Rijn’-bijdrage van 7 december 1867 schrijft m. dat ‘een Mainzer blad’ zich sceptisch had uitgesproken over de Pruisische intenties (vw xv, p. 541-543). In 1918 werd Noord-Sleeswijk bij Denemarken gevoegd.