Selamat,
groet van de inheemse aan zijn meerdere: men knielt, buigt het hoofd en heft de samengevouwen handen op. In een noot bij Max Havelaar vraagt m. zich af of er verband bestaat tussen dit woord en het woord sela (muziekteken in de psalmen).
In het Oosten bestaan godsdienstige oefeningen uit gebeden en gezangen, telkens ‘afgebroken door velerlei gebaren en complimenten’. Zoiets geschiedde, aldus m., wellicht ook bij het voordragen van de psalmen (vw i, p. 325). Deze theorie werd door ds. Bakels overgenomen in zijn Bijbels woordenboek (Amsterdam, 1938).