Schoonheidsgevoel,
In Idee 527 betoogt m. dat het Nederlanders in het algemeen en Amsterdammers in het bijzonder aan schoonheidsgevoel ontbreekt:
‘Gylieden ademt dampen in van vuil water... het ziet zwart. Toch zyn er in uw stad schryvers die verzen maken, waarin kristalbeekjes van eeuwige liefde ruisen... of murmelen, ik weet het niet. Als er verband is tussen helderheid van water, en liefde - wat ik niet ontken: al het schone is verwant - dan ben ik zo vry een evenredig verband te zoeken tussen modder en hatelykheid. Gylieden vat dit verband niet: gebrek aan schoonheidsgevoel. Uw straten zyn krom, benauwd en morsig. Uw dochters lopen over die straat. Dat hindert u niet: gebrek aan schoonheidsgevoel.’ (vw iii, p. 336)