Schipbreuk,
In november 1842 leed dd. schipbreuk op zijn reis van Batavia naar Sumatra's Westkust (Natal). Mimi deelt mee dat dd. ‘zijn jongen’ (bediende), met diens echtgenote en kinderen had meegenomen naar Batavia. Toen het schip verging zou de echtenote, Mina, tot haar man gezegd hebben: ‘Eerst je heer, Siddin! red eerst je heer, daarna mij en de kinderen!’ dd. zou hem gezegd hebben dat dat niet hoefde en dat hij voor zichzelf kon zorgen (vw viii, p. 103-104). Dit verhaal nam dd. op in een onverzonden memorandum aan de gouverneur-generaal van 9 april 1856. Hierin heet de bediende niet Siddin maar Castor (vw ix, p. 612-613).