Rhijn, Leendert J. van-,
1812-1887, Nederlands predikant, werd in 1845 benoemd tot inspecteur van het Nederlandsch Zending-genootschap in Oost-Indië. In zijn Reis door den Indischen archipel, in het belang der evangelischen zending, (Amsterdam, 1851) komt over Menado veel onwaars voor, schrijft m. in Idee 705. Van Rhijns bewering dat de zendelingen daar aan veel gevaar werden blootgesteld, is een verzinsel, m. schrijft verder over dit rapport:
‘Slechts voor 'n deel kan men 's mans Aufschneiderei op rekening zetten der onnozelheid van iemand die - als veel dominees van zyn soort - weinig ondervonden heeft. De toeleg om zich voor 'n zwaarbeproefden Paulus te doen doorgaan, openbaart zich hier en daar in opzettelyke leugen. Zo zyn ze!’ (vw iv, p. 435)