Rhemrev, C.H.-,
klerk te Rangkas Betoeng. In 1856 verzorgde hij afschriften van dd.'s stukken. Rhemrev dacht dat het Gouvernement dd. zou helpen in de Lebak-affaire. dd. schreef in maart 1856 in zijn memoriaal: ‘Rhemrev. Mijnheer. U hebt Uw pligt gedaan, het Gouvernement zal U helpen Er is hier zeer geknoeid, altijd geknoeid. Ik. Beste Rhemrev: ik geloof het niet-’ (vw ix, p. 567).
(Lit. Paul van 't Veer, Het leven van Multatuli, 1979, p. 324, 348-349)