Multatuli Encyclopedie
(1995)–K. ter Laan– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 376]
| |
516) schrijft m. dat het protestantisme hem ongerijmder voorkomt dan het katholicisme, het ‘allerongerymdste’ is echter de *moderne theologie. In Idee 797 lezen we: ‘Een keten is niet sterker dan zyn zwakste schakel. Wie dus ketens gebruiken wil, moet met de schakels waaruit deze bestaan, voorzichtig omgaan. Dit nu doen de Protestanten niet. Ze vylen gedurig hier en daar iets weg, en toch willen zy blyven beweren dat de samenhang behouden bleef. Dit is te veel verlangd.’ (vw iv, p. 515) In een brief aan Mimi d.d. 31 juli 1863 probeert m. haar ervan te overtuigen dat de protestanten ‘òndingen’ zijn: ‘Met hun halve wysheid wilden zy 't gebouw behouden, maar... zonder onderste verdieping, zy willen zee en regen. - zonder vocht, zy willen wel dien dorpsklok bewaren, hoog in de lucht op dat ieder ten allen tyde kunne zien hoe laat het is, - maar de toren waarop die klok staat, en zonder welken 't behoud der klok onmogelyk is, hebben zy omgehaald.’ (vw xi, p. 191-192) Op 1 april 1866 trekt hij ook in een brief aan J. de Geyter fel van leer tegen de protestanten. Hij vraagt De Geyter zijn ideeën hieromtrent te verspreiden. De protestanten, aldus m., ‘staan waarachtig beneden de katholieken zelf’: ‘Protestant zyn heet eigenlyk: voordeelbrengend fatsoen, effecten-soliditeit, droogstoppels-wysheid. Een protestant offert niet, hy bespot alle offer. (...) De protestanten zwygen in 't publiek, lasteren in 't geheim, en smoren den vrydenker die zonder eer vergaat.’ (vw xi, p. 572) |
|