Multatuli Encyclopedie
(1995)–K. ter Laan– Auteursrechtelijk beschermdOver vryen arbeid,m.'s eerste brochure betreffende het politiek conflict over de vraag of het *Cultuurstelsel diende te worden gehandhaafd, of door de zgn. *Vrije Arbeid moest worden vervangen. De brochure werd geschreven te Brussel en Amsterdam in de periode december 1860 tot januari 1861. De titel van de eerste uitgave, waarvan op 18 januari 1862 het eerste deel bij R.C. Meijer (*d'Ablaing van Giessenburg) verscheen, luidde: Over vryen arbeid in Nederlandsch Indië, en de tegenwoordige koloniale agitatie. Dit eerste deel eindigt abrupt met een ‘brief aan den uitgever’, waarin m. - wegens de gespannen politieke ontwikkelingen - voortijdig tot uitgave van dit deel besluit. Hij betoogt hierin dat de keuze tussen Cultuurstelsel en Vrije Arbeid een valse is: ‘De Javaan wordt mishandeld!... Dát is de kwestie!’ en schrijft verder: ‘Men bestele den Javaan niet, men zuige hem niet uit, men vermoorde hem niet. Dan zal er na enigen tyd blyken of hy vrywillig arbeiden wil.’ (vw ii, p. 217-218). In het tweede deel van de brochure, dat op 31 januari 1862 verschijnt, herhaalt m. zijn klacht en concludeert: ‘Er is verrotting in den staat, en de naam van die verrotting is leugen.’ (vw ii, p. 277). Als oplossing roept m. op tot de vorming van een *derde partij, die haar inspiratie zou moeten putten uit de, in dit tweede deel via een tweede brief ‘aan den uitgever’ aangekondigde, Ideeën (vw ii, p. 261). De vierde, vermeerderde druk verscheen in 1873 bij *G.L. Funke onder de verkorte titel Over vryen-arbeid in Nederlandsch Indië. E. du Perron toonde zich uitermate positief over deze brochure: ‘Niet alleen een van de prachtigste dingen die hij [=m.] ooit schreef, maar misschien het prachtigste en zeker het meeslependste proza dat ooit in Nederland geschreven werd’ (Verzameld Werk | |
[pagina 352]
| |
iv, Amsterdam, 1956, p. 610). Ook J.J. Oversteegen liet zich lovend uit over deze brochure: hij noemt het in zijn artikel ‘Een literatuuropvatting in actie’ (Over Multatuli, 1989, nr. 23, p. 31-45) een ‘persoonlijke voorkeur’ en één van de ‘hoogtepunten van Multatuli's oeuvre’, waarna hij de door m. in deze brochure toegepaste retorica analyseert. |
|