Netscher, Frans-,
's-Gravenhage 1864 - Santpoort 1923, schrijver van impressionistisch en naturalistisch proza o.i.v. Zola en De Nieuwe Gids. Enkele van zijn werken zijn Studies naar het naakt model (1886), Menschen om ons (1888) en de novellenbundel Uit de snijkamer (1904).
Op 6 augustus 1886 schrijft m. over hem in een brief aan J.H. de Haas:
‘Lina [= dochter van De Haas] vroeg onlangs: Is in de schryvery van Netscher dat: wipbillend, heupwiegend, vlyhalzend niet verkeerd? Dezelfde aanmerking is door Hugenholtz gemaakt en Netscher heeft 'n tal van woorden aangehaald die, schoon even onjuist, burgerrecht verkregen. (reik= rek-halzend, halsstarrig, enz. wat dan ook halsrek(of rei)kend, starhalzig enz. zou moeten zyn, als 't gezond verstand op taal van toepassing ware! Maar dit is zoo niet. Alle talen zyn lappendekens van ongerymdheid.’ (vw xxiii, p. 646)