Nederlanders,
In Idee 583 schrijft m. over de Nederlanders:
‘De Hollander... bezit alle deugden. Hy is vryheidslievend, oprecht, edelmoedig, eerlyk... nu ja, dat alles is waarheid. Daarvan weet ik te spreken. Maar toch geloof ik niet, dat het zo terstond erkend zou worden door vreemdelingen die - zonder vóóroordeel - ons land tot onderwerp kozen van hun vrye studie.’ (vw iv, p. 337)
Hoewel de Nederlanders veel minder wetten kennen dan de Fransen, bewegen zij zich minder vrij, betoogt hij in Idee 189. De Nederlander wordt namelijk in zijn vrijheid beperkt door de zeden:
‘De politieke vryheid, die wy inderdaad bezitten, baat ons weinig, daar ze gesmoord wordt onder een hoop land-, stad-, dorps-, buurt-, huis- en familiegebruikjes, die ons inderdaad maken tot de Chinezen van Europa.’ (vw ii, p. 407)