Nationaliteit,
In Idee 583 verkondigt m. dat nationaliteit een ‘rampzalige belemmering van vrye studie’ is:
‘Ik kan u - volgens myn vrye studie, die ik gaarne wil toetsen aan de uitkomsten van anderen - verzekeren dat ik nergens ter wereld een volk gevonden heb, dat overeenkwam met de beschryvingen die my over zulk volk waren opgedrongen. De Javaan is lui en lafhartig... een leugen! De Fransman is vrolyk en beleefd... twee leugens! De Duitser is sentimenteel... een leugen! De Engelsman is lomp... een leugen! De Hollander... bezit alle deugden. Hy is vrylievend, oprecht, edelmoedig, eerlyk... nu ja, dat alles is waarheid. Daarvan weet ik te spreken. Maar toch geloof ik niet, dat het zo terstond erkend zou worden door vreemdelingen die - zonder vóóroordeel - ons land tot onderwerp kozen van hun vrye studie.’ (vw iv, p. 337)