Liplap,
naam die met name op Java gegeven werd aan personen, die afstammen van de Portugezen, later aan de Indo-Europeanen in het algemeen. Over de mensen die ‘- hoewel wettelyk in geheel denzelfden rechtstoestand verkerende - niet in Europa geboren zyn, en min of meer inlands bloed in de aderen hebben’ lezen we in de Max Havelaar het volgende:
‘Een liplap - om den term te bezigen die voor beleefder wordt gehouden, zou ik moeten zeggen een “dusgenaamd inlands kind” maar ik vraag vergunning me te houden aan het spraakgebruik dat uit allitteratie geboren schynt, zonder dat ik met die uitdrukking iets beledigends bedoel, en wat betekent het woord dan ook? - een liplap heeft veel goeds. Ook de Europeaan heeft veel goeds. Beiden hebben veel verkeerds, en ook daarin dus gelyken zy elkaar. Maar het goede en verkeerde dat beiden aankleeft, loopt te veel uit elkander, dan dat hun verkering over het algemeen tot wederzyds genoegen kan strekken. Bovendien - en hieraan heeft de Regering veel schuld - is de liplap dikwyls slecht onderwezen. De vraag is nu niet hoe de Europeaan wezen zou, als hy zo van der jeugd af ware belemmerd geworden in zyn ontwikkeling, maar zeker is het dat de geringe wetenschappelyke ontwikkeling van den liplap in het algemeen zyn gelykstelling met den Europeaan in den weg staat, ook dáár waar hy als individu, in beschaving, wetenschap of kunst, misschien den voorrang boven een bepaalde Europese persoon verdienen zou.’ (vw i, p. 90-91)