Letterkunde, Schets van de Nederlandse Letterkunde in de eerste helft van de negentiende eeuw,
In Idee 1053 vertelt m. over zijn voornemen van enkele jaren geleden om een ‘analytische’ schets te leveren en ‘een betoog van den verderfelyken invloed dien ze op het volkskarakter heeft uitgeoefend’. Hij had willen aantonen ‘hoeveel delen Helmers, Feith, Van der Palm of Bilderdyk er waren nodig geweest, om voort te brengen wat men, beleefd sprekende, zou kunnen noemen: “het hedendaagse volkskarakter”’. Doordat zijn boekenverzameling echter verloren ging, kon dit plan geen doorgang vinden (vw vi, p. 493).