Koninkjes zonder duim,
genoemd in de Millioenen-studiën (vw v, p. 60). Toen de stammen van Juda en Simeon het land Kanaän binnentrokken, hakten zij koning Adóni-Bézek de ‘duimen van handen en voeten’ af. Die koning zei dat hij vroeger hetzelfde gedaan had bij 70 koningen (Richteren i: 4-7).