Karel de Grote,
742-814, koning der Franken (768-814) en rooms keizer (800-814). Naast zijn veldtochten hield hij zich bezig met de studie van het Latijn en had hij grote belangstelling voor de volkstalen. Hij was een voorstander van goed onderwijs. Op dit laatste zinspeelt m. in de Ideeën 889 en 892, waarin Karel de Grote van moord op het gezond verstand beschuldigd wordt door het stichten van scholen (vw iv, p. 620 en 624).
In een brief aan J.A. Roessingh van Iterson d.d. 11 oktober 1880 (vw xx, p. 514), herinnert hij aan het paleis van Karel de Grote in Nieder-Ingelheim (dit was diens lievelingswoonplaats). Op m.'s erf in Nieder-Ingelheim bevond zich een waterput, waarvan men beweerde dat Karel de Grote die heeft laten graven.