broer Titan op voorwaarde dat hij nooit een zoon zou opvoeden. Toen Jupiter geboren werd, moest Saturnus hem daarom verslinden. Rea voorkwam dit door haar man i.p.v. Jupiter een steen te geven en Jupiter naar Kreta te ontvoeren. Daar werd de jonge god gezoogd door de geit Amalthea. m. verwijst naar deze geschiedenis in Idee 1048, waarin hij schrijft:
‘Waarom nam men, byv. in griekse en romeinse mythologie genoegen met 'n Jupiter die jong geweest en door 'n geit gezoogd was, zonder er aan te denken dat 'n geboren god oud worden en sterven moest?’ (vw vi, p. 410)
In Idee 1061a, waarin hij ingaat op de wisseling van de aanbeden goden, schrijft m.:
‘Wie telt de legioenen goden en godinnen die zich de onttroning moesten getroosten! (...) Tóch wordt ieder die 't waagt den modernen Jupiter eens flink in 't gezicht te zien, om te onderzoeken of-i ook misschien de afgedankte Zeus van gister is, uitgemaakt voor 'n onverlaat. “Dat men vroeger zo nu en dan eens van den enen god op den ander sprong, nu ja..., de mensen hadden toen 't ware geloof nog niet, maar wat we nu voor waar houden (...), is waar, dit zeg ik!” En als de onnozele “iedereen” dit maar gelovig nazegt, is de zaak afgedaan... Afgedaan? Tot nader order! Dit zeg ik!’ (vw vi, p. 627)
Als Jezus niet ‘tot 'n twaalftal visserlui had gezegd: gaat en predikt!’, dan offerden wij misschien nog aan Jupiter, Diana of Mars, aldus m. in een brief aan Mimi d.d. 27-28 juli 1863 (vw xi, p. 176).