Multatuli Encyclopedie
(1995)–K. ter Laan– Auteursrechtelijk beschermdJorissen, Thomas Theodoras Hendrikus-,1833-1888, werd opgeleid voor predikant, maar voelde geen roeping voor dit ambt. In plaats daarvan begon hij zijn loopbaan als leraar in Gouda (1860). In 1865 werd hij hoogleraar Nederlands en geschiedenis te Amsterdam. Hij publiceerde veel op geschied- en letterkundig gebied, o.a. over C. Huygens, Betje Wolff en Aagje Deken, Onno Zwier van Haren en over de Palamedes en Gijsbrecht van Aemstel van Vondel. Zijn kritiek op laatstgenoemd toneelstuk heeft m.'s instemming: ‘Men leze in het tydschrift Nederland (1877, Nrs 8 en 9) de kritiek waaraan Prof. Jorissen den Gysbrecht van Vondel onderwerpt. Vivat sequens! Is de heer Jorissen al gestenigd?’ (noot bij Idee 1240, vw vii, p. 679) In een brief aan G.L. Funke d.d. 16 december 1878 prijst hij het werk van Jorissen en *J. Hartog, hij zou willen dat beide heren een tijdschrift zouden oprichten ‘om de leemte te vullen die in Nederland aan Memoire-litteratuur bestaat’ (vw xix, p. 618). |
|