Jonckbloet, Willem J.A.-,
1817-1885, hoogleraar te Groningen en later te Leiden. In 1868-1872 verscheen zijn Geschiedenis der Nederlandsche Letterkunde (6 dln.), waarvan het het laatste deel een uitvoerige beoordeling van Vorstenschool bevat. Jonckbloet komt daarin tot de conclusie dat dit toneelstuk teveel gebreken heeft om te kunnen boeien.
Over Jonckbloets kritische uitgave van Van den Vos Reynaerde (1856) schrijft m. op 18 november 1876 aan P.A. Tiele:
‘Wat is dàt nu voor 'n letterkundery? Heeft de man héél veel anders gelevers dan zulke dingen? Z'n vruchtbaarheid schynt me van de echt-doctoraal akademische soort te zyn.’ (vw xviii, p. 506)
Op 19 februari 1883 schrijft hij J.H. de Haas dat ‘Jongbloed, 'n professer’ gezegd heeft ‘dat het kletsen over letterkunde de ware zaak was’, m.'s commentaar hierop luidt: ‘De meesten willen wel zoo, hyzelfbyv!’ (vw xxii, p. 556).