Gouverneursziekte,
geschetst in Max Havelaar (vw i, p. 214 e.v.). Het verloop van deze ziekte gaat als volgt:
‘eerste stadium. Duizeling. Wierook-dronkenschap. Eigenwaan. Onmatig zelfvertrouwen. Minachting van anderen, vooral van de “oudgasten.” Tweede stadium. Afmatting. Vrees. Moedeloosheid. Neiging tot slaap en rust. Bovenmatig vertrouwen op den Raad van Indië. Afhankelykheid van de Algemene Sekretarie.
Heimwee naar een Hollandse buitenplaats. Tussen deze beide stadiën in, en als overgang - misschien zelfs als oorzaak van die overgang - liggen dysenterische buikaandoeningen. Ik vertrouw dat velen in Indië me dankbaar zullen wezen voor deze diagnose.’ (vw i, p. 214-215)
Havelaar had deze ziekte al vaak waargenomen in ‘animâ vili’ (=lagere wezens), ‘want er zyn analogische residents-, kontroleurs- en surnumerairs-ziekten’ (vw i, p. 216).