Gleuf in het ijs,
parabel van m. in Idee 340 (vw ii, p. 518), over een man die een gleuf in het ijs hakte waarover hij een bruggetje maakte om vervolgens aan iedere passant een cent te kunnen vragen. ‘Is 't geen schande, dat men middel heeft gevonden, om 't uitleggen van de wet te maken tot 'n winstgevend beroep?’, luidt de slotzin van het Idee, waarna m. in Idee 341 betoogt dat de maatschappij vol van zulke gleuven zit, ‘en meestal om den “bruggeman” in 't leven te houden’. Voorbeelden van ‘bruggemannen’ noemt hij schoolmeesters, militairen, advocaten, dominees en ‘zedemeesters’ (vw ii, p. 518).
Alphonse Karr werkte dezelfde gedachte uit in een parabel (Les Guêpes, januari 1845) over een arts die 's avonds in donkere straten voorbijgangers met een degen prikte, om aan patiënten te komen.
(Lit. P. Westra, Over Multatuli als auteur, in het bijzonder als navolger van Alphonse Karr, Amersfoort, 1910, p. 88)