Germanismen,
Het gebruik van germanismen wordt door m. niet verworpen: ‘Ik denk daarover heel anders dan m'n meeste medeletterkundigen, maar ben 'n beetje beschroomd m'n opinie te uiten.’, schrijft hij in Idee 1277b (vw vii, p. 649). Over het Nederlandse gebruik van buitenlandse woorden sprak hij op het Nederlandsch Letterkundig Congres in Gent (19 augustus 1867). Het verslag hiervan, getiteld ‘Over het recht om een gevoelen af te keuren’ (vw xii, p. 369-372) opent als volgt: ‘De heer Douwes-Dekker spreekt over eene gepaste maat van vrijheid in het gebruik van ongewone woordvormen en zinwendingen’. Verder lezen we:
‘Spreker is van gedachte, dat men niet te veel luisteren moet naar die geleerden, die den veto uitspreken over het gebruik van de rijkdommen, welke de vreemde verwante talen ons ons aanbieden; wij moeten toegevend zijn in het toestaan van burgerrecht aan goede uitheemsche uitdrukkingen, die in onze taal ontbreken, en ter staving van zijne zienswijze haalt hij eenige Hoogduitsche woordvormen en zinwendingen aan, waarvan eenige in onze letterschat eene ware leemte zouden aanvullen.’