Gaudeamus igitur,
(Lat. laat ons dus vrolijk zijn) de openingswoorden van een studentenlied, waarvan een deel oorspronkelijk een middeleeuws Latijns boetelied was. C.W. Kindleben gaf het in 1781 de huidige vorm. In de Max Havelaar lezen we:
‘By jongelieden van achttien jaren was hy [Max Havelaar] een jong student, die gaarne zyn Patriam canimus meezong, of Gaudeamus igitur’ (vw i, p. 84).