Djimat,
(Mal. talisman, magisch formulier of voorwerp) In een noot bij de Max Havelaar omschrijft m. dit woord aldus:
‘Djimats zyn briefjes of andere voorwerpen die uit den hemel vielen om geestdryvers en boerenbedriegers aan 'n geloofsbrief te helpen. Tout comme chez nous! 't Getal der leveranciers van Goddelyke Openbaringen is zeer groot, en apostelen en profeten van deze soort zyn in Azië nog altyd aan de orde van den dag. 't Verschil by vroeger eeuwen is maar dat ze tegenwoordig wegens landlopery worden gestraft, en wel door dezelfde mensen die hun voorgangers in vagabondage als Heiligen vereren. Ziedaar nu 'n stuitend gebrek aan rym in myn oog!’ (vw i, p. 335)
De regent van Lebak ‘geeft veel geld uit voor reiskosten van pelgrims naar Mekka, die hem allerlei vodden van relieken, talismans en djimats terugbrengen’ (vw i, p. 116-117).