Multatuli Encyclopedie
(1995)–K. ter Laan– Auteursrechtelijk beschermdDam, Karel van-,29 augustus 1846-22 juli 1888, zoon van Marcus van Dam en Vrouwtje Abraham Dresden. Woonde na de dood van zijn vader met zijn moeder bij haar zwager *Mordechay Jesserun Lobo op Botermarkt X 83, toen m. daar een kamer huurde. ‘Kareltje’ werd door m. als loopjongen in dienst genomen, waarvan hij echter snel spijt kreeg (cf. brief aan d'Ablaing van Giessenburg d.d. midden februari 1862, vw x, p. 592). Karels loon - f 2 per week - werd door d'Ablaing van Giessenburg uitbetaald. In 1878 meldde Karel zich, na een waarschijnlijk langdurig buitenlands verblijf, weer bij m. (vw xix, p. 116 en 139). Op 26 februari schrijft m. aan Mimi: ‘Karel is nu te Amstm by me geweest. Hy beviel me goed. Inderdaad goed ontwikkeld. Hy zal z'n weg wel maken.-’ (vw xix, p. 205). (Lit. Henri Ett, ‘Multatuli bij Lobo’, in: De Nieuwe Stem jrg. 15, 1960, p. 593-604) |
|