Multatuli Encyclopedie
(1995)–K. ter Laan– Auteursrechtelijk beschermdCultuurprocenten of cultuur emolumenten,dit zijn de voordelen die de Europese ambtenaren op Java genoten van de door de inlandse bevolking volgens de voorschriften van het *Cultuurstelsel, geleverde koffie, suiker en indigo. Ook de inlandse hoofden genoten cultuurprocenten. Het systeem leidde regelmatig tot excessen doordat bestuursambtenaren, die uit geldbejag, in de woorden van oud-inspecteur van Cultures, L. Vitalis, ‘de bevolking schromelijk uitputten’ (1851). In 1858 werd dit systeem door Van Hoëvell in de Kamer als ‘de onzedelijke motor’ van het Cultuurstelsel aangevallen; pas in 1867 zouden de cultuurprocenten worden afgeschaft, waarbij tegelijkertijd de salariëring van de ambtenaren werd verhoogd. In noot 14 (1875) bij de Max Havelaar schrijft m. over de cultuurprocenten: ‘'t Spreekt vanzelf dat ik, die op de noodlottige werking van deze perspompmekaniek gewezen had, niet genoemd werd by de beraadslagingen over dat onderwerp. Of de maatregel overigens de bedoelde verlichting voor den Javaan ten gevolge heeft, valt te betwyfelen, daar men verzuimd heeft de vaste inkomens der Europese ambtenaren in de binnenlanden te verhogen. Ze zyn en blyven genoodzaakt diensten en leveringen van den Javaan te vorderen, die nergens beschreven staan.’ (vw i, p. 321; het ‘perspompmekaniek’ is een verwijzing naar Over vryen arbeid, vw ii, p. 269). Op 10 mei 1856 schrijft Langeveldt van Hemert aan m.: ‘Wat zou ik eens gaarne op Batavia komen jammer maar, dat er zulke groote kosten aan zijn verbonden had ik nog maar cultuurprocenten dan zou ik het daarvan kunnen doen.’ (vw ix, p. 633). In Bantam, waar geen sprake was van enige grote cultuur, werden nauwelijks emolumenten uitgekeerd. (Lit. R. Reinsma, ‘De cultuurprocenten in de praktijk en in de ogen der tijdgenoten’, in: Geld en geweten, dl. i: 19e eeuw, onder red. van C. Fasseur, Den Haag, 1980, p. 59-90) |
|