Cromwell, Oliver-,
1599-1658, sedert 1640 gezaghebbend lid van het Parlement, puriteins tegenstander van Koning Karel i, die hij met een door hemzelf opgezet leger versloeg, en in 1649 op het schavot bracht. Op 20 april 1653 joeg hij met hulp van enkele soldaten het corrrupte en hervormingsvijandige rompparlement uiteen, toen dit probeerde zijn eigen macht te continueren. Later kreeg hij zelf de hoogste staatsmacht toegewezen, nl. als Lord-Protector van de Republiek, en werd hij één van de grondleggers van de Engelse wereldmacht.
Op 22 augustus 1883 schrijft m. aan H.C. Muller:
‘Er is 'n Cromwell noodig, iemand die 't “weg met die voddery!” uitspreekt. Nu dit is geen kunst. Maar 't moet zóó kunnen gezegd worden dat de “geachte leden” er naar luisteren en hun biezen pakken. Cromwell wist op wien hy rekenen kon.’ (vw xxii, p. 719)
En in Over vryen arbeid schrijft hij over Cromwell:
‘De schoonste redevoering, die ooit gehouden werd in