Commanditair,
stille vennoot, deelnemer in een commandite. m. spreekt in Idee 512 van ‘commanditair wanbegrip’, nl. wanbegrip zonder eigen onderzoek, dat wat men eenvoudig van anderen overneemt:
‘Waarlyk, er is moed nodig om alleen dom te wezen, en hierdoor is de wysheid der menigte meestal niets dan commanditair wanbegrip. Laat een schryver, een spreker, een redenaar, die zich verheugde over algemene toejuiching, den indruk onderzoeken dien z'n arbeid gemaakt heeft op elk individu, dan zal hy meestal ontwaren, dat de algemene goedkeuring de som is van persoonlyk onverstand en dat men niet hém heeft toegejuicht, maar zichzelf een certificaat gegeven van gelyke scherpzinnigheid als men, nogal gewaagd, in alle anderen veronderstelde. De meeste schryvers, dichters, wysgeren van naam hebben daaraan hun roem te danken.’ (vw iii, p. 250)
In de Idee 1081 komen ‘Wouters begrippen over commanditair wereldbestuur’ aan de orde (vw vii, p. 9).