Cicero, Marcus Tullius-,
106-43 v.Chr., Romeins staatsman en redenaar. Door zijn talrijke geschriften heeft hij veel invloed gehad op zijn tijdgenoten, en later op de wereldbeschaving. Hij genoot zijn opleiding bij verschillende bekende redenaars en wijsgeren. In 80 werd hij bekend door zijn verdediging van Roscius Amerinus, die beschuldigd werd van vadermoord. In 75 werd Cicero quaestor op Sicilië, waar hij zoveel aanzien verwierf dat de Sicilianen hem in 70 de aanklacht tegen de corrupte stadhouder Verres opdroegen, waarop Verres de stad verliet. Na het ambt van questor te hebben neergelegd, betrad Cicero het terrein van de staatkunde. Enkele bekende werken van zijn hand zijn: De divinatione, De officiis, De oratore en Tusculanae disputiones. In 44, na de dood van Caesar, werd hij gevangen genomen en vermoord door aanhangers van Caesars opvolger Antonius. Zijn hoofd en rechterhand werden te Rome tentoongesteld op het redenaarsgestoelte. Hierop zinspeelt m. in Idee 464, waarin hij over het proces van kennisverwerving schrijft: ‘Cicero wist niet wat er na z'n dood zou gebeuren met z'n hoofd. Nu weet dit elke latynse schooljongen, die op zyn beurt niet veel weet de officiis, of de oratore (...)’ (vw iii, p. 225). In Idee 1106, dat handelt over de vraag of het nuttig is om de jeugd Latijn en Grieks te leren, schrijft hij: