Multatuli Encyclopedie
(1995)–K. ter Laan– Auteursrechtelijk beschermdCaesar, Cajus Julius-,100-44 v.Chr., Romeins veldheer en staatsman, verwierf als consul een stevige machtsbasis in Rome. Hij onderwierp grote delen van Noordwest-Europa (beschreven in zijn (Commentarii) De Bello Gallico). Toen in Rome door zijn vroegere medestander in het Triumviraat, Pompeius, door de senaat tot consul gekozen werd, stak Caesar de Rubicon, een grensrivier van het hem toegewezen Gallia Cisalpina, over en versloeg in 48 v.Chr. de legers van Pompeius bij Pharsalos in Egypte. Na verdere overwinningen in het Oosten keerde hij in triomf naar Rome terug. De sedert lang door hem verfoeide conservatieve senaat moest hem daarop de macht in handen geven: hij werd tot imperator benoemd. Op de vijftiende maart 44 v.Chr. werd hij door samenzwerende senatoren (onder wie *Marcus Junius Brutus) vermoord. Als alleenheerser (dictator perpetuus) maakte hij een einde aan de Romeinse republiek - die na zijn dood in een burgeroorlog ten onder zou gaan -, en legde hiermee de basis voor het Romeinse keizerschap. m. roemt Caesar in Idee 760 als een generaal die zijn ‘overwinningen aan 't minachten van de schoolregels’ te danken had (vw iv, p. 485), na eerder in Idee 753 te hebben vastgesteld dat Caesar ‘de krygstaktiek zo verbazend gewyzigd’ had (vw iv, p. 476). In Idee 921 schrijft hij dit toe aan het feit dat Caesar, als iemand die uitsteekt boven zijn tijdgenoten, zijn ‘denkvermogen in de eenzaamheid’ ontwikkelde (vw iv, p. 664). Verder komt in m.'s werk nog tweemaal een nederlaag van Caesar voor: een keer in Gallië (Idee 168, vw ii, p. 390) en een keer in Afrika (zie het verslag van m.'s voordracht te Zutphen d.d. 13 april 1878, vw xix, p. 470). |
|