Brief van een leerling,
In Idee 113 schrijft m. een brief van een ‘...leerling, enz.’ te hebben ontvangen, die hem ‘in den naam van Jezus Christus den gekruisten’ hoogmoed verwijt. m. vraagt zich af hoe het mogelijk is dat iemand die nog niets gepresteerd heeft, zo'n brief durft te schrijven. Zijn antwoord aan de leerling luidt: ‘Wys denzulken 't kleed van kemelvel, dat ge versleet in de woestyn.’ (vw ii, p. 336).