Brief aan de gouverneur-generaal Duymaer van Twist,
1. van 9 april 1856, geschreven in Lebak, 5 dagen nadat dd. zijn ontslag gekregen had. De brief is nooit verzonden of openbaargemaakt, totdat Du Perron hem terugvond en publiceerde in De man van Lebak (1937, p. 272). Du Perron kreeg via G.M.G. Douwes Dekker te Bandoeng, een kleinzoon van Jan Douwes Dekker een afschrift in handen, gemaakt door een inlandse klerk. Een afschrift van dd.'s eigen hand is in het bezit van het Multatuli-Museum. Hierin ontbreken drie bladzijden. De in vw ix (p. 603-617) opgenomen versie is samengesteld op basis van beide afschriften.
2. van 23 mei 1856, geschreven in Batavia op de vooravond van het vertrek van Duymaer van Twist naar Nederland, dd. vraagt nog éénmaal een ogenblik gehoor. In vw ix (p. 634-635) is het (onvolledige) ontwerp van deze brief opgenomen. Op de eerste bladzijde heeft dd. later aangetekend: ‘Dit is het koncept waarvan ik de naauwkeurigheid niet waarborg (Max H.) dd’. Deze brief werd door dd. verwerkt in de Max Havelaar (vw i, p. 290-291).