Brauw, jhr. Willem Maurits de-,
1838-1898, hoofdambtenaar van Financiën, in 1882 minister van Koloniën in het kabinet Van Lynden van Sandenburg als opvolger van Golstein. In 1883 moest hij aftreden omdat hij ingestemd had met de verlenging van het Billiton-contract door de gouverneur-generaal. Hij was vervolgens van 1884 tot 1897 commissaris van Zeeland. Over de Billiton-affaire schrijft m. op 19 februari 1883 aan H. de Haas:
‘Geen enkel kamerlid heeft gevraagd wie eigenlyk de tin hoort waarom tweerlei roovers aan 't vechten zyn, of althans daarvan niet óók iets aan 'n ander toehoort? Is dit naïveteit? Zoo naïf was Schinderhannes ook. En wat beteekent die herhaalde verzekering dat er geen twyfel bestond aan “de goede trouw” noch van Jakob noch van Goltstein noch van De Brauw? Dat is gelogen. Er bestaat wel terdeeg twyfel aan die goede trouw. Met pleizier wil ik ieder van die drie heeren in 't gerecht zeggen dat-i 'n schelm is.’ (vw xxii, p. 556-557)