Bovenlanders,
eig. Westfalingen, Oostfriezen, door m. gebruikt in de betekenis van Duitsers:
‘Wy die werelddelen ontdekten, wachten nog immer tevergeefs op den Tasman, die de goedheid hebben zal óns te ontdekken. Behalve de bovenlanders die nog altyd sedert het jaar 104 v.Chr. voortgaan het eiland der Batavieren en wat daaromheen ligt te bevolken, bezoekt ons niemand.’ (Divagatiën, vw v, p. 372)
In een voetnoot bij deze passage geeft hij hiervoor het argument: ‘Men lette op het gering aantal hollandse namen in de adresboeken onzer hoofdsteden’.