Beyerinck, Pieter Johannes Gerhardus-,
1820-1890, ingenieur bij Waterstaat, vanaf 1849 tot 1851 te Menado. In een concept-missive aan de gouverneur-generaal van 30 mei 1851 beschuldigt dd. hem ervan in twee jaar volstrekt niets te hebben uitgevoerd:
‘De Heer Beyerinck heeft hier in functie niets gezien, niets bezocht, niets onderzocht, en als hij, hetzij de Directie van Producten, hetzij Uwe Excellentie met eenig rapport mogt hebben geadiëerd, houd ik het er voor dat hij juist dáárom mij is voorbijgegaan dewijl hij inzag dat ik, - kennis dragende van zijne volslagene werkeloosheid en de daaruit volgende onwaarde zijner rapporten, - ze hem zoude hebben teruggezonden.’ (vw ix, p. 209-211)
In het jaarverslag over 1850 (d.d. 20 juli 1851) noteert dd. dat hij met genoegen gezien heeft dat ‘dien Ingenieur eene bevordering is ten deel gevallen die hem van hier verwijdert’ (vw ix, p. 227). Beyerinck bracht het in 1868 tot directeur van publieke werken in Indië.