Beers, Jan van-,
1821-1888, leraar te Antwerpen, sentimenteel dichter van Jongelingsdroomen (6e druk 1866). m. schrijft in een brief aan G.L. Funke d.d. 10 augustus 1872 over Van Beers' gedicht ‘De twee kuipers’: ‘Dat is ware poezie! Iets zeldzaams!’ (vw xv, p. 308) Dit gedicht vormt een hoofdstuk uit het verhalende vers Begga, dat gaat over een vader en zoon die op dezelfde dag verjaren. De vader gaat voor zijn zoon naar de buurvrouw om de hand van haar stiefdochter Begga te vragen, waarop de buurvrouw haar stiefdochter het huis uit jaagt omdat ze haar eigen dochter Coleta aan de jonge kuiper wil uithuwelijken.