Bastille, de-,
staatsgevangenis in Parijs, berucht vanwege het feit dat de koning er zonder vonnis iedere burger in kon laten opsluiten. Vandaar de verbittering waarmee het volk op 14 juli 1789 bij het begin van de revolutie de Bastille bestormde.
In zijn ‘Brief aan de kiezers van Nederland’ schrijft m.:
‘Wanneer de Franse koningen waren gebonden geweest door een bepaling “dat niemand mag worden onttrokken aan zyn natuurlyken rechter” zouden zy zich hebben moeten onthouden van 't genoegen, iemand die hun mishaagde naar de Bastille te zenden, alleen omdat hy hun mishaagde.’ (vw ii, p. 76-77)