Augiasstal,
de sterk vervuilde koeiestal van koning Augias te Elis in de Peloponesos, die Hercules moest reinigen. In 1870 noemden de Indische bladen de landstreek Lebak een Augiasstal, aldus m. in een noot uit 1870 bij Nog eens: Vrye Arbeid. Hij vervolgt:
‘En het Gouvernement scheen dit oordeel te beamen. Althans er waren zeer speciale maatregelen genomen, om aan de misbruiken die daar “van oudsher” heersten, een eind te maken. Van oudsher? Alzo ook in den tyd toen Havelaar daar Assistent-Resident was. Deze deed dus zyn plicht de schuldigen aan te klagen, en de heer Van Twist die de aanklacht afwees en smoorde, deed zyn plicht niet.’ (vw v, p. 417, 469)
In Idee 372, waarin hij ingaat op de ‘zindelyke armoede’, vinden we een toespeling op de Augiasstal. Hij illustreert de rol die de deugd daarbij speelt, als volgt:
‘Denk je dat m'n dochter 'n hoer is? vroeg 'n vader aan den geneesheer die 't meisje behandelde, en Hercules spelen wou in haar stal. Zo'n pudieke vader zal dit nummer myner Ideeën heel onkies vinden. Juist, allerpudiekste vader! Maar bedenk dat m'n bezem niet rein blyven kón, na 't aanraken en wegvegen van uw deugdzaamachtige vuiligheid.’ (vw ii, p. 540)
*Liernur