Hij werd door zijn Lieder für Teutsche (1813) met daarin het populaire ‘Der Gott, der Eisen wachsen liess’, en zijn vlugschriften het voorbeeld voor de vrijheidsstrijd.
In de Millioenen-studiën noemt Meester Adolf ‘Vater Arndt’ een ‘soort van Tyrtaeus op pantoffels’, ‘en 't getuigt niet voor m'n Duitsertjes dat ze 't vaderland-pronkerig gerymel van dien man zo hoog stellen. Er schynt wel gebrek aan patriotismus te zyn, dat men Arndt's knoeiwerk meent nodig te hebben als Leier- und Schwertlieder.’ (vw v, p. 77).
Enkele regels uit diens lofdicht op een buste van Max von Schenkendorf (1783-1817, Duits dichter van vrijheidsliederen) worden geciteerd. ‘asinus asinum fricat’ (Lat. de ene ezel schuurt de andere; spreekwijze als twee personen elkaar wederkerig lof toezwaai- en) is hierop de reactie van Meester Adolf (vw v, p. 78).